Soms word je moe van Nederlandse restaurants. Soms heb je het gehad met de eeuwige varkenshaasjes, tournedos en stokken saté. Soms denk je – wat variatie zou de boel goed doen. De volgende Amerikaanse ketens zouden Nederland op dit gebied kunnen opleuken. Soms.
door Boy Tijbosch
10. CHILI’S
Bij Chili’s maken ze typisch Amerikaanse gerechten die groot en lomp worden geserveerd, voorzien van een Mexicaans tintje. Maar – het menu is goed en lekker. Vooral de Crispy Chicken Crispers. Da’s een plofkip in het kwadraat.
9. OUTBACK
’t Is altijd lastig om het begrip steak te vertalen naar het Nederlands. Het is geen tartaar. Ook niet echt een biefstuk. En een rib-eye is weer iets anders. De oplossing? Rondom Amsterdam een aantal Outback-filialen uit de grond stampen. Pas dan kun je écht aantonen wat een steak is. Oh, deze populaire keten heeft nóg een specialiteit: de Blooming Onion. Een gesneden ui, in één keer in de frituur gesmeten.
8. IHOP
Amerikaanse pannenkoeken zijn net als Amerikanen zelf, dik en rond. De iHop serveert ze in alle soorten en maten en klanten schrokken ze weg alsof er geen morgen bestaat. Met spek? Om half zeven ’s ochtends? Wat maakt het ook uit. iHop staat overigens voor International House of Pancakes en is geen nieuw experiment van Apple, of iets in die richting.
7. CRACKER BARREL
Alle vestigingen van de Cracker Barrel zijn ingericht als oude hooischuur met een bijbehorende gift shop. Wat ze serveren? Bonen, burgers, aardappelpuree – een beetje van dat spul. Wat dat betreft past ’t prima bij de broodnuchtere, Hollandse aardappelen-vlees-groenten-mentaliteit. Behalve dan de menukaart. Die is zó ingewikkeld, een algoritme is er niets bij.
6. RED LOBSTER
Red Lobster specialiseert zich – hoe verrassend – in kreeften en andere zeewezens. Smaakt extra goed in staten gelegen aan de oceaan. Hier belanden de garnalen, tilapia’s en mosselen haast direct vanuit de zee in je mond. Er komt nog nét een bord bij kijken, zó vers serveert de RL. Iets voor Zandvoort? Wijk aan Zee? Schevingen?
5. OLIVE GARDEN
Italiaanse restaurants genoeg, in Nederland. Maar Olive Garden overtreft gegarandeerd minimaal 75 procent van deze tenten. Om te beginnen met hun unlimited pasta bowl. Die blijven ze maar aanvullen. Een soort Harry Potter-principe, maar dan mét serveerster.
4. JOHNNY ROCKETS
Als Johnny is geland, kunnen McDonald’s, Burger King en de rest van dit soort zouteloze figuren inrukken. Bij Rockets smaken de hamburgers wél naar vlees en niet naar gefrituurd aluminium. Bovendien zijn hun burgers dusdanig groot dat iedere klant per bestelling één koe achterover tikt.
3. DENNY’S
Denny’s zou een welkome toevoeging zijn in het Nederlandse fastfood-landschap. De tent is namelijk altijd open. Met kerst, met oud en nieuw – je kunt altijd binnen komen voor een van hun gerechten. Lost bovendien ook een sociaal probleem op: géén stappers die na een avond uitgaan op ramen van shoarmazaken bonken.
2. GOLDEN CORRAL
Buffetten zijn in Nederland vaak prijzig. All-you-can-eat betekent voor veel Hollanders namelijk all-you-can-eat-until-you-puke. Maakt ze bij de Golden Corral – operatief in de zuidelijke staten van Amerika – niet veel uit. Goed eten, twaalf dollar, geen gezeur. En zit je vol? Dan ga je weg, natafelen doe je maar ergens anders. Een mentaliteit die hier best eens mag worden geïntroduceerd.
1. EARL OF SANDWICH
Ken je dat? Een broodje halen bij de Subway en een stuk bevroren kip als beleg ontdekken? Of ontdekken dat er is gespuugd op je broodje kroket van de Febo? Je kiezen breken vanwege een meegebakken euro in de V&D-sandwich? Wij ook niet. Wat we wel weten, is dat dit bij de Earl of Sandwich in ieder geval niet gebeurt. Dit bedrijf – met uiterst verse, warme broodjes – begon met een vestiging in Disney World, Florida en zit nu verspreid over heel Amerika. Sterker nog, de Earl of Sandwich heeft onlangs Londen bereikt. Amsterdam is nu nog een kleine stap. Earl of Sandwich, kom maar binnen met je knecht.
VOLG AMERIKA ONLY OP FACEBOOK EN TWITTER!
