Het westen van Montana is een ongerept gebied met bergpieken, watervallen, grizzlyberen en gletsjers. Dat alles komt op spectaculaire wijze samen in een van de mooiste National Parks van Amerika’s Noordwesten.
Glacier National Park bevatte ooit ruim honderd gletsjers, maar daar zijn er nu beduidend minder van. De natuur is door ons dusdanig op hol geslagen dat het park nog maar 25 exemplaren telt.
Een aantal dat volgens verschillende wetenschappers in de toekomst alleen nog maar verder afneemt. Wie Glacier National Park in – soort van – volle glorie wil zien, moet er enigszins snel bijzijn.
[themify_layout_part id=34622]
Wat kan ik zien in Glacier National Park?
Grinnell Glacier
Als zo’n bezoek op je planning staat, is Grinnell Glacier je go-to. Het is de grootste gletsjer van allemaal en een van de meest gefotografeerde plekken in het park.
De hike ernaartoe, de Grinnell Glacier Trail, is met zestien kilometer vrij lang, maar wordt over het algemeen gezien als een must wanneer je in Glacier National Park bent. Onderweg is de omgeving tenslotte formidabel en de kans is groot dat je met eigen ogen ziet welke dieren dit National Park hun thuis noemen: van Bighorn-schapen tot berggeiten en van beren tot marmotten.
Let wel: de hike is alleen weggelegd voor non-amateurs.
Lake McDonald
Naast gletsjers wordt Glacier National Park ook geroemd om haar vele aquablauwe meertjes en meren die je overal in het park ziet. Hier zijn er honderden: zoveel dat sommigen uit gemakzucht niet eens een naam hebben gekregen.
Lake McDonald heeft dat wel en daar valt iets voor te zeggen, gezien dit meer met een lengte van zestien kilometer en een breedte van 1,6 kilometer het grootste exemplaar binnen Glaciers grenzen is.
Trail of the Cedars
Hier staat onder meer de meest geaccommodeerde lodge van het park, terwijl het meer ook vertrekpunt is voor verschillende boottochten, trips die per knol worden afgelegd en wandelpaden als Trail of the Cedars.
Die is van een andere orde als de Grinnell Glacier Trail, want hij is niet eens een kilometer lang. Toch, of misschien wel daarom, is ook dit een erg geliefde trail: een boardwalk door een dicht bos en richting een voetbrug over de Avalanche Creek, waarvandaan je zicht hebt op een waterval omringd door regenboogkleurige rotsen. Dat zie je niet iedere dag.
[themify_layout_part id=34170]
Bezoeken?
Zien? Dat kan – maar niet altijd. De toegangsweg, de Going-to-the-Sun Road, is tenslotte alleen van eind juni tot begin oktober geopend. Iets om rekening mee te houden.
[themify_layout_part id=37739]
[themify_layout_part id=34047]