door Boy Tijbosch
In New York City geweest? Dan weet je natuurlijk dat de metro hier hét vervoersmiddel is én dat deze vervoersmiddelen de nodige geuren met zich meebrengen. De ondergrondse van NYC produceert een vrij eigenaardige lucht die we zelf niet direct kunnen plaatsen.
Gelukkig beschikt de stad over een technisch geavanceerd systeem waarmee deze lucht van andere geuren wordt onderscheiden. Circuleert er een lucht die er niet direct thuishoort – zoals een gaslek? Dan gaan direct alle alarmbellen af. Wel zo handig.
Maar toen de techniek nog niet zo ver was, moest men in NYC simpelweg roeien met de riemen die ze hadden. In die tijd werden mannen als James ‘Smelly’ Kelly ingehuurd.
Kelly was een zogenaamde Subway Smeller. Iemand die een neus had om geuren van elkaar te onderscheiden en dit beroepsmatig wist toe te passen. Volgens de New Yorkse stadshistorie heeft Smelly meer dan 100.000 kilometer over het metronetwerk van de stad gelopen, op zoek naar vreemde en onheilspellende geuren. En hij deed zijn werk goed – is gebleken. Zo ontdekte hij meermaals gaslekken en bracht een lucht die hij in eerste instantie ook niet kon plaatsen hem naar een lokaal circus. Een van de daar aanwezige olifanten had zijn behoefte in een rooster gedaan, waardoor het geheel op de spoorbaan terecht was gekomen.
De huidige technieken maken Subway Smellers gelukkig overbodig. Voor wie niet helemaal tevreden is met zijn of haar baan: bedenk dat het altijd erger kan.