Zeg Californië en je denkt waarschijnlijk als eerste aan Death Valley National Park, Yosemite National Park en Joshua Tree National Park. Het onderbelichte Pinnacles National Park is echter ook zéér de moeite waard. (Uit Amerika Stories, Vol. 1)
Door Karin van den Boom
Wist je dat Californië van alle Amerikaanse staten over het hoogste aantal nationale parken beschikt?
Veel daarvan komen aan bod tijdens de gemiddelde rondreis door het Amerikaanse Westen of Zuidwesten. Wie zo’n trip heeft gemaakt, weet bijvoorbeeld exact hóe gortdroog en bovenal bloedheet Death Valley National Park is en hoe het uitzicht vanaf Yosemite’s Glacier Point er precies uitziet.
De kans is ook aanwezig dat je dankzij je bezoek aan Sequoia National Park weet wie of wat General Sherman is – en ik schat zomaar dat je in Joshua Tree National Park de gelijknamige bomen, die officieel eigenlijk planten zijn, maar dat terzijde, hebt gespot.
Maar niet alle Californische National Parks zijn even bekend bij het grote publiek. Omdat ik best graag wilde weten hoe de natuur erbij staat in zo’n onderbelicht natuurgebied, stond ik op een vroege ochtend in april met een warm theetje en in mijn dikste trui en lange broek klaar om voor de zoveelste keer de auto in te laden om naar de volgende bestemming te rijden. Een relatief onbekende bestemming, dus. Je hoort namelijk niet veel mensen praten over Pinnacles National Park.

Pinnacles National Park
Californië telt in totaal acht nationale parken, waarvan Death Valley, Joshua Tree, Sequoia en Yosemite National Park zonder twijfel de vier bekendste varianten zijn. Pinnacles National Park moet het daarentegen met een flink lagere naamsbekendheid doen: een gegeven deels veroorzaakt door het feit dat er geen doorgaande wegen door het natuurgebied lopen.
Waar bijzondere boom- en plantsoorten in respectievelijk Sequoia en Joshua Tree National Park de belangrijkste toeristentrekkers zijn, gaat die eer in Pinnacles National Park naar de restanten van iets dat ooit een vulkaan voorstelde: de Neenach.
Dit gevaarte stond ooit relatief dicht bij wat nu de stad Los Angeles is, maar werd miljoenen jaren geleden in twee delen gespleten toen de welbekende breuklijn San Andreas in beweging kwam, waarna een deel van de Neenach honderden kilometers verderop belandde. Op zijn huidige standplaats, zo’n 160 kilometer ten zuiden van San Francisco en zo’n 320 kilometer ten noorden van de oorspronkelijke locatie.

Wind- en watererosie
Onder de invloed van jarenlange wind- en watererosie transformeerde het restant van de vulkaan daar langzaam naar een verzameling bijzonder gevormde kliffen, dito grotten en rotsformaties met verschillende kleurtinten, waaronder bruin, rood en zelfs zwart.
Een vulkaan is er dus niet meer in te ontdekken, maar dat maakt het landschap niet bepaald minder indrukwekkend – in tegendeel.
Verder lezen? Je vindt het complete verhaal in ons boek Amerika Stories, Vol. 1. Daarin staan ook andere, interessante reportages over verschillende bestemmingen in The States. Kijk hier voor méér informatie!