Canada Only

Road trip tip: van Las Vegas naar de Death Valley

Boy Tijbosch

Boy Tijbosch

Van het ene uiterste naar het ander.

Nevada is een beetje een vreemde staat. Enerzijds vind je er een stad als Las Vegas, mogelijk de meest uitbundige plaats op aarde (hoewel – New York City…). Anderzijds bestaat het leeuwendeel uit dorre woestijn waar meer coyotes en schorpioenen dan mensen rondlopen.

Dat maakt Nevada bij uitstek geschikt voor een road trip. Wie het gerinkel van de gokautomaten in Vegas zat is, heeft tenslotte mogelijkheden genoeg om alle stadsherrie achter zich te laten.

Zo is het bijvoorbeeld slechts twee uur rijden naar Death Valley National Park in Californië. Tenminste. Dat is als je de recht-toe-recht-aan-route pakt. Wij zeggen – maak een kleine omweg. Deze driedaagse tour bevat bijvoorbeeld nét iets meer scenery dan de gebruikelijke trip.

[themify_layout_part slug=”leestips-amerikaanse-westen”]

Dag 1

Van Las Vegas naar Pahrump

De route die we bedoelen heeft ook een naam: Death Valley Rally. Voorheen heette ‘ie de Death Drive, maar blijkbaar vond men dat toch iets te luguber.

Anyway: de eerste stop is Spring Mountain State Park. Dat zegt je misschien niets, maar als je hoort tot welk natuurgebied dit staatspark behoort, gaat er wellicht wel een belletje rinkelen. Spring Mountain State Park maakt namelijk deel uit van Red Rock Canyon National Conservation Area: de rode rotsenverzameling op een halfuurtje rijden vanuit Vegas.

In tegenstelling tot in de rest van het gebied vind je in Spring Mountain State Park geen rode rotsen. Wél waterbronnen en een hippie-ish sfeertje. Kijk niet vreemd op wanneer je mensen ziet yogaën of schilderen. Hoort allemaal bij het standaardpalet te ondernemen activiteiten in Spring Mountain State Park.

Uiteindelijk eindig je dag één in Pahrump: een soort Wild West-stadje waar zelfs nog een saloon staat. Dat is de Mountain Springs Saloon – thuis voor grote hamburgers en forse quesadilla’s. 

[themify_layout_part slug=”reistips-amerikaanse-westen”]

Dag 2

Van Pahrump naar Death Valley National Park

Death Valley National Park vereist weinig uitleg. Je weet dat het er warm is. Je weet dat er zandduinen zijn. En je weet dat deze in verschillende kleuren worden opgeleverd.

First-timers: stop in ieder geval bij Zabriskie Point voor een view over mogelijk de mooiste exemplaren van het park. Als je daarna een iets wijder uitzicht wil hebben, kun je ook nog doorrijden naar Dante’s View. En natuurlijk mag je het laagst gelegen punt van het westelijk halfrond niet missen: Badwater Basin.

Als je al eerder in de Death Valley bent geweest, is rijden richting Telescope Peak – het hoogste punt van het park – misschien een optie.

[themify_layout_part slug=”amerika-only-nieuwsbrief”]

Dag 3

Van Death Valley National Park naar Beatty

De oorspronkelijke Death Valley Rally eindigt in het nationale park, maar als je toch in de buurt bent, kun je de trip best nog even doortrekken. Naar Beatty, bijvoorbeeld. De stad werd opgericht toen er in de nabije omgeving behoorlijk wat edelmetaal bleek te vinden. 

Veel van dit soort plaatsen verdwenen zodra het goud of zilver op was, maar Beatty heeft de tand des tijds overleefd. Het is nu een populaire getaway voor reizigers die naar Death Valley National Park gaan.

Wie een stadje wil zien dat wél het onderspit heeft moeten delven, is in Rhyolite aan het juiste adres. Rhyolite werd honderd jaar geleden in de steek gelaten, maar de gebouwen uit die tijd zijn bewaard gebleven. Daaronder valt onder meer het Tom Kelly Bottle House: een pand gefabriceerd van lege bier- en whiskeyflessen.

En dan is er nog het Goldwell Open Air Museum. Een expositie middenin de woestijn waar ietwat creepy beelden de dienst uitmaken, zoals The Last Supper. Een toffe stop voor je weer terugkeert naar Las Vegas óf de reis voorzet richting andere delen van het Amerikaanse westen.