Amerikanen fietsen niet vaak. Dat snappen we. Amerikanen zijn weinig geïnteresseerd in voetbal. Kunnen we begrijpen. Amerikanen praten tegen vreemden? Da’s een ander verhaal. Nee, de nuchtere Hollander heeft maar weinig begrip voor de volgende Amerikaanse handelingen.
10. Flossen
Flosdraad. De een heeft er nog nooit van gehoord, de ander denkt dat je er een tent mee kunt opzetten. Nederland prefereert de good ol’ tandenborstel. In The States behoort flossen tot een dagelijkse bezigheid. Nog eens iets anders dan zo’n weg-met-dat-draad-mentaliteit.
9. Supersize bestellen
Hollanders houden van overzichtelijke maten. Frisdrank moet aanwezig zijn in drie maten: maatje S, maatje M én maatje L. Interesseert de Amerikaan niet. Daar begint men vaak met M, een formaat gelijkwaardig aan onze L. En de lijst gaat door: L, XL, XXL, XXXL. Soms drinken Amerikanen uit ware emmers. Wat het nut ervan is? Wij weten het niet.
8. Lachend ontbijten
Je kent ze wel, die beelden van een schijnbaar perfect gezin dat om zeven uur ’s ochtends lachend wafels achterover kiepert. Dat kan helemaal niet! Of wel? Veel Yanks houden écht zo’n ontbijt vóór gezinsleden de deur uit gaan. Soms met steak-and-eggs. Yum.
7. Vervroegd vertrekken
All-you-can-eat-restaurant? Dan eet je tot je niet meer kunt lopen en je genoeg vlees hebt gezien voor een maand. Want ja, daar heb je voor betaald. De Amerikaan niet. Die eet wat hij nodig heeft en smeert ‘m daarna direct. Op zo’n tijdstip begint Nederland nét aan het zevende voorgerecht.
6. Praten tegen vreemden
In het Nederlandse openbaar vervoer heerst een hou-je-kop-mentaliteit. Krant, iPad óf gewoon naar buiten turen: iedere reiziger heeft wel iets te doen en wenst daarbij niet gestoord te worden. Moet je niet in The States verwachten. Voor je het weet staat het levensverhaal van een onbekende vrouw in je geheugen gegrift.
5. Restanten meenemen
Op is op. Of niet? Jawel. Althans, in NL. Vrijwel ieder Amerikaans restaurant biedt de mogelijkheid tot het meenemen van overgebleven voedsel. Kun je het de dag daarna alsnog verorberen.
4. Méér woorden gebruiken dan nodig
‘So I was like actually like basically you know what I am saying?’. Het kan even duren voor de Amerikaan zijn ware boodschap naar buiten brengt. Hoor je een Nederlander al? Zo van dat als ik dit stuk iets langer maak dat ik dan weet je wel dingen zeg die snap je niet veel ermee te maken heb in principe van je begrijpt wat ik bedoel? Juist.
3. Kalkoen eten
Het leven van een Hollandse scharrelkip gaat niet over rozen. Gefokt én gegeten worden ze, op grote schaal. In Amerika laat men het dier wat meer met rust, hoewel drs. Kalkoen het dáár weer moet ontgelden. Droog? Smakeloos? Tsja, allicht.
2. Dieren behandelen als mens
Een kat is hier een kat. Een hond is een hond. De mens is verder ontwikkeld, dus het rotbeest heeft maar te luisteren. Nee, dan Amerikanen. Die kopen bruidsjurkjes, sneakers en privéjets voor het gedierte. Cultuurverschilletje.
1. Trots zijn
‘Daar zal wel een racist wonen’. Veelvoorkomende Nederlandse gedachte bij het zien van een woning waar elke dag de vlag uit hangt. Want Holland is niet trots. Althans, niet zo trots als Amerika. Staat Nederland in de finale van het EK? Dan maken we een uitzondering. Ligt het elftal er in de eerste ronde uit? Dan zijn het een stelletje klootzakken bij elkaar. Patriottisme, iets wat hier (bijna) niet voorkomt.
VOLG AMERIKA ONLY OP FACEBOOK EN TWITTER!
ef
